9 dingen die je moet weten VOOR je een roman gaat schrijven


Soms werkt het het beste om gewoon te beginnen en te kijken wat je onderweg tegenkomt. Dan verzand je niet al bij voorbaat in alle details. Op andere momenten is het handig om te anticiperen op wat er gaat komen. In dit blog bespreek ik 9 aspecten waar je over na moet denken VOOR je een boek gaat schrijven. Zodat jij zorgeloos aan de slag kunt!  

1 Genre

Het genre waarin je gaat schrijven bepaalt niet alleen je plot, spanningsboog, personages en invalshoek, maar ook de lengte en leeftijdscategorie van je manuscript. Daarom is het belangrijk dat je hierover nadenkt voordat je aan je boek begint. Zo kom je later niet voor verrassingen te staan.

Voorbeelden van genres zijn: historisch, psychologisch, autobiografisch, politiek, detective, thriller, sciencefiction, young adult, chicklit en fantasy. Hoewel spanning voor alle boeken belangrijk is, is het bij een thriller de essentie van het boek. Maar bij een chicklit heb je misschien maar een kleine dosis nodig om de aandacht van de lezer vast te houden. 

Het kan verleidelijk zijn om in te haken op genres die momenteel populair zijn. Maar het is ook meteen een valkuil. Wat nu superpopulair is, is ruim een jaar geleden aangekocht en het hele redactieproces in gerold. Als jij nu begint te schrijven en met lichtsnelheid een manuscript produceert, heb je alsnog op z’n vroegst over anderhalf of twee jaar je boek in de winkel liggen. (Als je tenminste al een uitgever en een boekcontract klaar hebt staan.) 

Haak dus liever niet in op hypes, maar schrijf binnen een genre dat altijd al je interesse had. Je kunt binnen een bepaald genre natuurlijk nog spelen met onderwerp, thema en motieven. In het kort: het onderwerp is waar het boek over gaat. Het thema is de invalshoek van de schrijver op het onderwerp. En een motief is een terugkerend element dat het thema tot uitdrukking brengt. Bijvoorbeeld: genre: historische roman, onderwerp: Tweede Wereldoorlog, thema: omgaan met verlies als onderduiker, motieven: stilte, angst.

2 De markt/de wereld

De laatste tijd is er veel te doen om schrijvers die zich onderdompelen in een wereld die ze niet uit eigen ervaring kennen. Zoals witte mensen die schrijven over het slavernijverleden van Nederland, maar vanuit het perspectief van de onderdrukten. Of witte mensen die schrijven over racisme. Of straattaal. Het is verstandig om van tevoren na te denken over deze discussie en om je positie als schrijver in te nemen. Wil je hierbij betrokken raken? En hoe ga je ermee om?

Wat gevoelig ligt verschilt sterk van moment tot moment. Om nu met een boek te komen over hoe rijk en geweldig Nederland was in de Gouden Eeuw is misschien niet het allerbeste idee ooit. Als je toch over gevoelige onderwerpen wil schrijven omdat je dat belangrijk vindt of een nieuw perspectief wil toevoegen aan de discussie, dan is het altijd een optie om samen te werken met een sensitivityreader. Dit is een redacteur die specifiek let op aanstootgevende formuleringen en stereotiepen. Maar ook op onbedoelde en onbewuste racistische uitspraken of vooroordelen.

3 Leeftijdscategorie

Het scheelt je later heel wat tijd als je vooraf vaststelt wat de doelgroep van je boek is. Voor zesjarigen gebruik je andere woorden dan voor twaalfjarigen. Voor volwassenen natuurlijk ook. Maar los daarvan kun je ook een specifieke subdoelgroep hebben, zoals ‘jongeren met dyslexie’ of ‘slechtzienden’. Je houdt in dat geval ook rekening met zinslengte, bijzinnen en kommagebruik.

Ook op inhoudelijk vlak heeft de leeftijdscategorie invloed op je verhaal. Een kind van zeven dat goed kan lezen zal een boek voor twaalfjarigen qua niveau best aankunnen, maar hij is op die leeftijd met heel andere dingen bezig. De leeftijdscategorie is dus net zo goed een indicatie van de belevingswereld die je tot uitdrukking brengt.

4 Plot

Al is je verhaal nog zo mooi geschreven, als je plot niet sterk is blijft je boek waarschijnlijk niet overeind. Denk daarom goed na over wat cruciaal is in jouw verhaal. Welke gebeurtenis zet je verhaal in gang? Gebruik je plottwists? Sluiten al je openbaringen goed op elkaar aan en zit er een logische gevolgtrekking in je verhaallijn?

Als je dat nog niet hebt gedaan, kan het je houvast geven om plotstructuren te bestuderen. Dit kun je dan als geraamte neerleggen en je plot hieraan ophangen. Je kan zeker van bestaande structuren afwijken, maar soms is het makkelijker om met iets te beginnen dan helemaal vanaf nul.

5 Ontknoping

Goed einde, slecht einde of open einde? Of een cliffhanger, als je een serie schrijft. Het is een keuze die het verloop van je verhaal bepaalt en daarom moet je hier al in een vroeg stadium bij stilstaan. Als je eenmaal bezig bent kun je het altijd nog veranderen, mocht dat nodig zijn. Maar dan werk je in ieder geval ergens naartoe.

6 Perspectief: ik of hij/zij?

Het perspectief dat je kiest voor je verhaal heeft invloed op hoe dichtbij je een lezer laat komen. Bij het ik-perspectief zit de lezer letterlijk in het hoofd van het personage en maakt hij alles een-op-een mee. Alle andere personages zie je dan door de ogen en het filter van de hoofdpersoon. Bij het hij-perspectief creëer je meer afstand. Hierbij kun je dus ook andere personages een objectievere rol laten spelen.

Bij het perspectief komt het vooral neer op persoonlijke voorkeur. Wat vind jij fijn om te schrijven? Laat je niet leiden door bronnen op het internet die schreeuwen dat je in genre a per se de eerste persoon moet gebruiken en voor genre b de derde persoon. Er is geen goed of fout. Het is jouw feestje!

7 Tegenwoordige tijd of verleden tijd?

Het is ook slim om alvast na te denken of je in de tegenwoordige tijd of de verleden tijd wil schrijven. Los van de standaardtijd die je gebruikt kun je andere tijden gebruiken in flashbacks, flashforwards, dromen en prologen en epilogen.

Beide opties hebben voor- en nadelen. De verleden tijd is het gebruikelijkst in fictie voor volwassenen. Ook kranten en tijdschriften schrijven vaak in de verleden tijd. Het voelt dus vertrouwd. De grootste afweging om wel of geen verleden tijd te gebruiken is dat de lezer bij de verleden tijd al weet dat de hoofdpersoon het verhaal kan navertellen en het dus overleeft. Tenzij je gebruikmaakt van een alwetende verteller.

Daarom is de tegenwoordige tijd gebruikelijker voor thrillers en spannende boeken. In de tegenwoordige tijd kun je makkelijker spanning opbouwen en een gevoel van urgentie creëren. De lezer maakt alles op hetzelfde moment mee als het personage. Ook kinderboeken en jeugdboeken zijn vaak in de tegenwoordige tijd geschreven, zodat kinderen zich makkelijker kunnen identificeren met de personages. 

Uiteindelijk is ook hier je persoonlijke voorkeur doorslaggevend! 

8 Schrijfspieren trainen

Schrijvers hebben natuurlijk meteen hoge verwachtingen van een boek, nog voor er ook maar een letter op papier staat. Maar als je vanuit het niets (of voor het eerst) begint aan een boek kan het zijn dat je snel vastloopt. Je bent nog niet warmgedraaid en je schrijfspieren zijn nog stijf. Om te voorkomen dat je stagneert kun je schrijfoefeningen doen naast je denkwerk voor de roman (plot uitwerken, personages bedenken). Zodat je er een beetje in zit wanneer je aan het daadwerkelijke schrijven begint.

Ray Bradbury: "You fail only if you stop writing."

9 De eerste versie is altijd slecht

Het is een roemruchte uitspraak: de eerste versie van een manuscript is altijd slecht. Dit kun je positief of negatief uitleggen. Negatief: ‘Nou, laat dan ook maar.’ Positief: ‘Dan hoef ik gelukkig niet over alle komma’s te struikelen en kan ik lekker meters gaan maken, de rest komt later wel.’ Met die instelling kun je ver komen! Wat ik hiermee wil zeggen is dit: staar je niet blind op kwaliteit, zorg er eerst voor dat je plot goed in elkaar zit. Alle aankleding kan wachten tot later. Als je te veel met de decoratie bezig bent terwijl je je plot nog niet op orde hebt, dan heb je later verschrikkelijk veel extra werk. Hoe verleidelijk het ook is! 

Kortom: 

Genre: In welk genre valt je verhaal? Ga niet af op hypes, maar volg je eigen pad.
De wereld: Kan je verhaal mogelijk aanstoot geven? Wil je je vingers branden aan gevoelige onderwerpen?
Leeftijd: De leeftijdscategorie van je verhaal bepaalt deels je woordkeuze, zinsstructuur en inhoud.
Plot: Bedenk alvast wat belangrijke momenten in je plot zijn, zoals plottwists en onthullingen.
Ontknoping: Als je van tevoren weet hoe je verhaal afloopt, dan werk je naar een specifiek punt toe en verzand je niet in onnodige ruis.
Perspectief: Maak een overwogen keuze voor een bepaald perspectief, maar ga wel voor een perspectief dat natuurlijk aanvoelt voor jou.
Tijd: Hetzelfde geldt voor je keuze voor tegenwoordige of verleden tijd.
Oefening: Warm je schrijfspieren op voordat je meters gaat maken.
Kwaliteit: De eerste versie hoeft helemaal nog niet goed te zijn, hou je bezig met de inhoud. De mooie afwerking komt later wel. 

Schrijf ze! 

Verder lezen

Inspiratie: 9 manieren om aan schrijfinspiratie te komen
10 tips voor Preptober (NaNoWriMo)
Voorkom deze 8 veelgemaakte fouten van beginnende schrijvers!
Hoe vergroot je je schrijfproductiviteit in 2020? 10 tips! 
Waarom ik ‘Show, don’t tell’ een contraproductief schrijfadvies vind


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *